Vroeger leefde men van seizoen tot seizoen. Was de lente vruchtbaar en de zomer zacht, dan kon in de herfst voldoende voedsel worden geoogst om de winter door te komen. Zo niet, dan werd waarschijnlijk honger geleden.
In oude reglementen is sprake van ‘voghel ofte papagaey’ schieten, dat traditioneel in het voorjaar plaatsvond (vaak is dat nog zo). De ‘voghel ofte papagaey’ was een zinnebeeld van de vruchtbaarheid van het voorjaar, evenals Afrodite, de Griekse godin, die in de gedaante van een vogel van de Olympus afdaalde om de stervelingen vruchtbaarheid te schenken. Ook de ‘Heilige Geest’wordt traditioneel in de gedaante van een vogel afgebeeld. Net zoals de duif van Noa, die de palmtak bracht ten teken dat de zondvloed voorbij was, geeft ze aan dat de winter voorbij is.
Door die vruchtbaarheid in de vorm van een bonte vogel of papagaai ‘af te schieten’, kon zij als een feniks met hernieuwde kracht in de persoon van de schutterskoning herrijzen. Dus kreeg hij de zilveren vogel omgehangen, ten teken dat ‘de kracht van het voorjaar in hem was’. Mede omdat de schutter tijdens het vogelschieten getoond had ‘de beste der besten’ te zijn, noemde men hem in de feodale traditie ‘koning’.
Werking
Aan dit jaarlijkse ritueel van het vogelschieten (of koningsschieten) is tot op heden weinig veranderd. Wel zijn er vaak kleine of grotere verschillen te merken tussen de schutterijen onderling. Vaak zijn er nog andere verplichtingen voor de nieuwe koning bijgekomen, zoals bijvoorbeeld een feestmaaltijd of traktatie geven voor alle schutters.
Hoewel de werking bij een vogelschieting er bij de ene schutterij anders uitziet dan bij de andere, gaat het toch om hetzelfde feit: het vervangen van de oude koning door een nieuwe. Hierna wordt er een voorbeeld uitgewerkt, maar iedere schutterij kan daarvan afwijken.
Nadat de ‘oude koning’ en de wereldlijke en geestelijke beschermheer (een notabele uit het dorp en de pastoor) het openingsschot hebben gelost, schieten de leden in volgorde van loting om de beurt net zolang, tot het laatste stukje valt.
De “vogel” waarop men schiet is vaak een figuur op een houten plaat of blok. Op deze plaat is bijvoorbeeld een cirkel getekend. Het is de bedoeling de cirkel eruit te schieten. Diegene die het schot lost waardoor de vogel (de cirkel dus) naar beneden valt, is de koning.
Koning / Keizer
Er volgt een plechtigheid waarbij de zilveren koningsvogel en koningsplaten over de schouders gehangen worden. Na zijn ‘ambtsperiode’ dient de koning een eigen zilveren schild aan de collectie toe te voegen. Schiet de koning drie jaren na elkaar de vogel af, dan wordt hij keizer. Dit gebeurt in het daarop volgende jaar wanneer naast de kroning van de nieuwe koning ook de keizer wordt geïnstalleerd. Dit is een functie die hij in principe tot aan het einde van zijn leven behoudt.